MAZDA MODEL 6 2016 Handleiding (in Dutch) 

Page 21 of 850

1–12
NOTITIES


Page 22 of 850

2–1*Bepaalde modellen.2–1
2Belangrijke veiligheidsuitrusting
Belangrijke informatie over de veiligheidsuitrusting, zoals zittingen,
veiligheidsgordelsysteem, kinderzitjes en SRS airbags.

Zittingen .............................................................................................. 2-2
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de zittingen ...................... 2-2
Voorzitting ..................................................................................... 2-6
Achterzitting ............................................................................... 2-12
Hoofdsteunen .............................................................................. 2-16

Veiligheidsgordelsysteem ................................................................. 2-19
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de veiligheidsgordels .... 2-19
Veiligheidsgordels ....................................................................... 2-24
Veiligheidsgordelwaarschuwingssystemen ................................. 2-25
Systeem van voorspanners van veiligheidsgordels van voorzitting
en begrenzingsysteem ................................................................. 2-25

Kinderzitje ........................................................................................ 2-28
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje ............... 2-28
Installatie van kinderzitjes .......................................................... 2-34
Tabel voor geschiktheid van kinderzitjes voor diverse
zitposities .................................................................................... 2-40
Installeren van kinderzitjes ......................................................... 2-43

SRS airbags....................................................................................... 2-48
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS) ......................................................... 2-48
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag
* ................... 2-55
Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem ................. 2-59
Werking van de SRS airbags ....................................................... 2-60
Criteria voor SRS airbag activering ............................................ 2-63
Beperkingen van de SRS airbag ................................................. 2-64


Page 23 of 850

2–2
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de zittingen
WAARSCHUWING
Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van een zitting op hun plaats vergrendeld
zijn:
Niet goed vergrendelde afstelbare zittingen en rugleuningen zijn gevaarlijk. Bij
plotseling stoppen of een botsing kan de zitting of de rugleuning in beweging komen,
hetgeen letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van de
zittingen goed op hun plaats vergrendeld zijn door te proberen de zitting naar voren en
naar achteren te schuiven en de rugleuningen heen en weer te duwen.

Laat kinderen nooit een zitting afstellen:
Toestaan dat kinderen een zitting afstellen is gevaarlijk, aangezien dit ernstig letsel kan
veroorzaken wanneer de handen of voeten van het kind tussen de zitting beklemd raken.

Niet rijden met ontgrendelde rugleuning:
Alle rugleuningen spelen een belangrijke rol bij uw bescherming in een auto. Het niet
vergrendelen van de rugleuning is gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling afremmen of
een botsing passagiers van hun plaats geslingerd kunnen worden en inzittenden door
bagage geraakt kunnen worden, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. Duw telkens na
het afstellen van de rugleuning, ook als er geen overige passagiers zijn, de rugleuning
even heen en weer om te controleren of deze goed op zijn plaats vergrendeld is.

De bestuurdersstoel uitsluitend afstellen wanneer de auto tot stilstand gebracht is:
Afstellen van de bestuurdersstoel tijdens het rijden is gevaarlijk. De kans bestaat dat de
bestuurder de macht over het stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.

De voorzittingen niet wijzigen of vervangen:
Het aanbrengen van wijzigingen of het vernieuwen van de voorzittingen zoals
het vernieuwen van de bekleding of het losdraaien van bouten is gevaarlijk. De
voorzittingen bevatten airbagonderdelen die van essentieel belang zijn voor het
aanvullend beveiligingssysteem. Het aanvullend beveiligingssysteem kan door
dergelijke wijzigingen beschadigd worden, hetgeen tot ernstig letsel kan leiden.
Raadpleeg een of¿ ciële Mazda reparateur als uitbouwen of opnieuw inbouwen van de
voorzittingen om een of andere reden noodzakelijk is.



Page 24 of 850

2–3
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Rijd niet met beschadigde voorzittingen:
Rijden met beschadigde voorzittingen, zoals zitkussens die gescheurd of tot op
het urethaan beschadigd zijn, is gevaarlijk. De voorzittingen die belangrijke
airbagonderdelen bevatten kunnen door een botsing beschadigd worden, ook als het
een botsing is die voor het activeren van de airbags niet krachtig genoeg is. Bij een
eventuele volgende botsing zal een airbag mogelijk niet geactiveerd worden, hetgeen
tot letsel kan leiden. Laat na een botsing de voorzittingen, de voorspanners van de
veiligheidsgordels van de voorzittingen en de airbags altijd door een of¿ ciële Mazda
reparateur inspecteren.

Rijd niet met de rugleuningen van de voorzittingen in achterover geleunde positie:
Tijdens het rijden in achterover geleunde positie zitten is gevaarlijk, aangezien de
veiligheidsgordels dan niet de optimale bescherming bieden. Tijdens een aanrijding of
bij plotseling afremmen, zou u onder de heupgordel kunnen glijden en ernstig inwendig
letsel kunnen oplopen. Voor een maximale bescherming, steeds goed achter op de
zitting plaatsnemen en rechtop zitten.

Plaats geen voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug:
Het plaatsen van een voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug is
gevaarlijk omdat u geen veilige rijhouding kunt aanhouden en de veiligheidsgordel
bij een botsing niet de volledige bescherming kan bieden, wat een ernstig ongeval met
mogelijk dodelijk letsel kan veroorzaken.

Plaats geen voorwerpen onder de zitting:
Het voorwerp kan beklemd raken en tot gevolg hebben dat de zitting niet goed
vergrendeld wordt waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden.

Nooit lading hoger dan de rugleuningen opstapelen:
Bagage of overige lading die hoger wordt opgestapeld dan de rugleuningen is
gevaarlijk. In het geval van een botsing of plotseling afremmen kunnen deze
voorwerpen naar voren geslingerd worden waardoor passagiers geraakt kunnen worden
en letsel kunnen oplopen.

Zorg er voor dat bagage en lading alvorens te gaan rijden goed wordt vastgemaakt:
Lading die tijdens het rijden niet is vastgemaakt is gevaarlijk aangezien deze bij
plotseling afremmen of een botsing kan gaan schuiven of in elkaar gedrukt kan worden
en letsel kan veroorzaken.



Page 25 of 850

2–4
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Laat een passagier tijdens het rijden nooit op de neergeklapte rugleuning zitten of
staan:
Rijden met een passagier op de neergeklapte rugleuning is gevaarlijk. Het is vooral
gevaarlijk wanneer u tijdens het rijden een kind op de neergeklapte rugleuning
laat zitten. Tijdens plotseling stoppen of zelfs een kleine botsing, bestaat de kans
dat een kind dat niet op de juiste wijze van de zitting of van een kinderzitje en de
veiligheidsgordels gebruik maakt, naar voren of naar achteren of zelfs uit de auto
geslingerd wordt, hetgeen ernstig of zelfs dodelijk letsel kan veroorzaken. Het kind in de
bagageruimte zou tegen andere inzittenden geslingerd kunnen worden, hetgeen ernstig
letsel kan veroorzaken.

Geef de autosleutels nooit aan kinderen en laat hen niet in de auto spelen (Sedan):
Spelen met de neerklapbare achterzittingen is gevaarlijk. Wanneer de rugleuningen
eenmaal terug rechtop geplaatst zijn, is het voor een kind dat zich in de kofferruimte
bevindt niet mogelijk op dezelfde manier naar buiten te komen als waarop het is binnen
gekomen. Als u kleine kinderen heeft, de rugleuningen vergrendeld laten.

Laat uw auto altijd vergrendeld achter en bewaar de autosleutels op een veilige plaats
buiten het bereik van kinderen (Sedan):
Het onvergrendeld achterlaten van uw auto of de sleutels binnen het bereik van
kinderen houden is gevaarlijk. Kinderen die via een niet-vergrendelde rugleuning
van de achterzitting of een open kofferdeksel in de kofferruimte kruipen kunnen per
ongeluk in de kofferruimte opgesloten raken. Dit kan dood of hersenbeschadiging als
gevolg van uitputting door hitte, vooral in de zomer, tot gevolg hebben. Vergrendel altijd
de portieren en de kofferruimte en houd als extra maatregel de rugleuningen van de
achterzitting vergrendeld, ook als u geen kinderen thuis heeft.


Page 26 of 850

2–5
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
  Wees voorzichtig tijdens het bedienen van een zitting uw handen of vingers niet in
de buurt van de bewegende delen van de zitting of op de zijbekleding te plaatsen om
letsel te voorkomen.
  Let erop bij het verschuiven van de zittingen dat er zich geen lading in het gedeelte
eromheen bevindt. Als de lading beklemd raakt, kan deze beschadigd worden.
  (Handbediende zittingafstelling)  Let er op bij het naar voren en naar achteren schuiven van de zittingen of het
terugzetten van een achterover verstelde rugleuning in de rechtop stand, de rugleuning
tijdens de bediening met uw hand vast te houden. Als de rugleuning niet ondersteund
wordt, kan de zitting plotseling verschuiven en letsel veroorzaken.
OPMERKING
  Bij het terugplaatsen van een achterzitting in de oorspronkelijke positie, de
veiligheidsgordel in zijn normale positie plaatsen. Controleer of de veiligheidsgordel
uitgetrokken kan worden en oprolt.
 
 (Elektrische zittingafstelling)  De elektrische bediende afstelling van de zitting wordt door motoren geregeld. Laat
de motoren niet te lang achtereen werken, aangezien deze door overmatig gebruik
beschadigd kunnen raken.
 


 Om te voorkomen dat de accu uitgeput raakt, de elektrische afstelling niet gebruiken
wanneer de motor stopgezet is. De afsteller gebruikt een grote hoeveelheid
elektrische stroom.
 


 De schakelaar niet gebruiken voor het maken van meerdere afstellingen
tegelijkertijd.



Page 27 of 850

2–6
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Voorzitting
Gebruik van de zittingen

Elektrische
bediening


Lengteverstelling
(Handbediende zittingafstelling)
Om een zitting naar voren of naar achteren te verplaatsen, de hendel omhoog trekken, de
zitting in de gewenste stand schuiven en de hendel loslaten.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de zitting op zijn plaats
vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
(Elektrische zittingafstelling)
Voor het naar voren of naar achteren schuiven van de zitting, de zitpositie-schakelaar aan
de buitenzijde van de zitting naar voren of naar achteren schuiven en vasthouden. Laat de
schakelaar in de gewenste stand los.

Afstelling van de hoogte *

(Handbediende zittingafstelling)
Voor het afstellen van de zittinghoogte, de hendel omhoog of omlaag verplaatsen.
(Elektrische zittingafstelling)
Voor het afstellen van de zittinghoogte, de schakelaar omhoog of omlaag verplaatsen.


Page 28 of 850

2–7
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Afstellen van de hoogte van het voorste uiteinde van het zitkussen (Elektrisch
bediende bestuurdersstoel)
Voor het afstellen van de hoogte van de voorzijde van het zitkussen, de voorzijde van de
zitpositie-schakelaar omhoog of omlaag drukken.

Rugleuningverstelling
(Handbediende zittingafstelling)
Om de hoek van de rugleuning te kunnen verstellen, een weinig voorover leunen en de
hendel omhoog trekken. Leun vervolgens achterover totdat de gewenste hoek bereikt is en
laat de hendel los.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de rugleuning op zijn
plaats vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
(Elektrische zittingafstelling)
Verander de hoek van de rugleuning door op de voor- of achterzijde van de
rugleuningschakelaar te drukken. Laat de schakelaar in de gewenste stand los.

Afstelling van de lendesteun (Bestuurdersstoel)
(Handbediening)
Voor een toename van de stevigheid van de zitting, de hendel naar voren verplaatsen.
Verplaats de hendel naar achteren voor een vermindering van stevigheid.
(Elektrische bediening)
Voor meer stevigheid van de zitting, de voorzijde van de schakelaar tot in de gewenste stand
ingedrukt houden en deze vervolgens loslaten.
Druk het achterste gedeelte van de schakelaar in om de stevigheid te verminderen.


Page 29 of 850

2–8
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Stoelverwarming *
De voorzittingen worden elektrisch
verwarmd. Het contact moet op ON staan.
Druk voor gebruik van de stoelverwarming
de stoelverwarmingschakelaar in
terwijl het contact op ON staat. De
indicatielampjes gaan branden om aan te
geven dat de stoelverwarming in werking
is. De modus verandert als volgt telkens
wanneer de stoelverwarmingschakelaar
wordt ingedrukt.
Voor

UIT
Hoog
Midden
Laag

Achter
*

UIT
Hoog
Midden
Laag

WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij gebruik van de
stoelverwarming:
De warmte van de stoelverwarming
kan voor bepaalde personen te heet
zijn, zoals als volgt aangegeven, en
kan een lage-temperatuur brandwond
veroorzaken.
 
 Baby's, kleine kinderen, ouderen en
gehandicapten
  Personen met een gevoelige huid 
 Personen die buitengewoon
vermoeid zijn
  Personen die onder invloed zijn 
 Personen die slaapverwekkende
medicijnen gebruiken zoals
slaaptabletten of medicijnen tegen
verkoudheid

Gebruik de stoelverwarming niet met
afdekkingen die in hoge mate vocht
vasthouden, zoals een deken of kussen
op de zitting:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.

Ook wanneer u slechts korte tijd in de
auto gaat slapen, de stoelverwarming
niet gebruiken:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.

Plaats geen zware voorwerpen met
scherpe uitsteeksels op de zitting en er
geen naalden of spelden in steken:
Dit kan tot gevolg hebben dat de zitting
overmatig verhit raakt en dat door een
kleine brandwond letsel veroorzaakt
wordt.


Page 30 of 850

2–9
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
  Alvorens de rugleuning van
een achterzitting neer te
klappen, er voor zorgen dat de
stoelverwarmingschakelaar van
de achterzitting uit staat. Als de
rugleuning van een achterzitting
wordt neergeklapt terwijl de
stoelverwarming van de achterzitting
is ingeschakeld, kan de zitting
oververhit raken waardoor de
buitenzijde van de zitting beschadigd
wordt.
  Gebruik geen organische
oplosmiddelen voor het reinigen van
de zitting. Dit kan schade aan het
zittingoppervlak en de verwarming
veroorzaken.
OPMERKING
  Gebruik de stoelverwarming
wanneer de motor draait. Als de
stoelverwarming gedurende langere
tijd ingeschakeld blijft terwijl de
motor niet draait, kan de accu
uitgeput raken.
  (Voor)  Als het contact wordt uitgeschakeld
terwijl de stoelverwarming in
werking is (Hoog, Midden of Laag)
en vervolgens opnieuw wordt
ingeschakeld, zal de stoelverwarming
automatisch werken op de
temperatuur die ingesteld is alvorens
het contact werd uitgeschakeld.
  (Achter)  Wanneer de motor wordt stopgezet
terwijl de stoelverwarmingen
in werking zijn en vervolgens
het contact op ON wordt gezet,
zullen de stoelverwarmingen niet
automatisch terug ingeschakeld
worden. Bovendien wordt de
werking van de stoelverwarming
automatisch stopgezet nadat de
stoelverwarmingen gedurende
ongeveer 90 minuten hebben
gefunctioneerd.
 Druk de schakelaar in om de
stoelverwarming weer in te
schakelen.
  De temperatuur van de
stoelverwarming kan niet verder
worden afgesteld dan Hoog, Midden
en Laag, omdat de stoelverwarming
geregeld wordt door een thermostaat.


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 850 next >